In de jaren negentig werkte ik als net afgestudeerde psycholoog bij een organisatie die als een van de eersten in Nederland aan het ROMMEN was geslagen. Inmiddels heet het Routine Outcome Monitoring. Wel werd er voorafgaand, halverwege en aan het eind van de behandeling o.a. een SCL-90 afgenomen. Deze scores werden standaard naar de verwijzer gestuurd in een brief. In deze brief werd o.a. uitleg gegeven over de behandeling. Vaak lieten de scores zien dat de behandeling goed had gewerkt. Dat was fijn: cliënt blij, therapeut blij. Maar soms lieten de scores geen grote verbeteringen zien. Confronterend. Het voelde als mislukken, maar al snel bleek dat die evaluaties juist tot belangrijke vragen leidden. Vragen waar je veel van kon leren. Waarom werkte de behandeling bij deze client niet? En wat kan ik de volgende keer beter doen?
Hetzelfde geldt voor onderzoek naar het slagen van andere behandelingen. Vaak werkt een behandeling, maar lang niet altijd en niet voor iedereen. Waar ligt dat aan? Wat is er nodig? EFT Nederland is zo dapper om haar behandelingen te evalueren en dat uit te besteden aan de Universiteit van Amsterdam. Zo onderzochten we eerder de ‘Houd me Vast’-cursus. Wat bleek? De cursus werkte goed voor stellen met milde relatieproblemen. Stellen met zwaardere klachten zijn waarschijnlijk beter af met relatietherapie. Dit is belangrijke kennis. Hierdoor kan EFT haar behandelingen gerichter aanbieden en nóg beter laten aansluiten op de doelgroep.
Binnenkort starten we met de evaluatie van het nieuwe, online ‘Houd Me Vast’-programma. In deze online zelfhulpcursus worden stellen aangespoord tot zelfonderzoek. Wat speelt er? Hoe kunnen stellen met elkaar praten over hun behoeften, zonder elkaar verwijten te maken of weg te lopen? Lukt het ze om een veilige, emotionele verbinding te herstellen? Spannend.
Dr. Henk Jan Conradi, Universiteit van Amsterdam