”Het liefst vrij ik iedere dag, maar zij wil eigenlijk nooit!”, roept Paul in wanhoop in mijn spreekkamer. Ik kijk naar zijn partner om te checken of zij dit ook zo ziet. Emma knikt berustend. ”Ja ik vind het soms best fijn, maar ik voel eigenlijk nooit dat ik er zin in heb.” Het verschil lijkt onoverbrugbaar. Ik kijk ernaar en dwaal af naar de moeilijkheid van relaties. Waarom zijn we eigenlijk niet zo gemaakt dat we precies hetzelfde willen? Evenveel behoefte aan rust, naar dezelfde plek op vakantie willen, dezelfde kinderwens, hetzelfde libido?
Puzzelstukjes
Partners hebben vaak een hoop gemeen: behoefte aan verbinding, aandacht, zorg en plezier. Mensen zijn sociale dieren en gemaakt voor samenwerking, iets dat ons als soort zo succesvol maakt. We zijn gemaakt om relaties aan te gaan. Maar onvermijdelijk zijn er ook (grote) verschillen tussen partners. Hoe kan het ook anders? Hoe vind je een partner die net zoveel zin heeft om te vrijen als jij? En dan ook nog op precies hetzelfde moment? En die hetzelfde denkt over de opvoeding en op dezelfde politieke partij stemt? Er zijn zoveel onderwerpen waarop je kunt verschillen dat de lijst bijna eindeloos is. Eigenlijk is het een wonder dat mensen het zo lang volhouden samen.
Waarom de ander zo anders is dan jij.
“Waar vielen jullie op?”, vraag ik het stel dat voor mijn neus zit. “Dat hij impulsief was, avontuurlijk, hij daagde me uit. Heel anders dan hoe ik was opgevoed”, legt Emma me uit. Paul vult aan: “Bij haar kon ik mezelf zijn, ze vond me leuk om wie ik was. Ze gaf me de structuur die ik van nature niet heb.” De puzzel klopt: waar je je in de relatie aan gaat storen, is dezelfde eigenschap waar je in eerste instantie op viel. Maar dan net in een ander jasje. Het jasje van samenwerking op de lange termijn. Hoewel mensen vaak een partner zoeken uit hetzelfde ‘milieu’ als henzelf, vallen ze meestal op iemand die iets heeft wat ze bewonderen, iets waarvan ze zelf meer zouden willen. Waarvan ze (onbewust) denken ‘ik wou dat ik meer zo was’.
Paul zoekt iemand om de rust bij te vinden die hij zelf zo weinig heeft. Floor is onzeker en vol twijfel en vindt een sterke man aantrekkelijk. Iemand die lijkt te weten wat hij doet. Henk is iemand die zich vaak aanpast aan anderen. Hij vindt iemand die haar (of zijn) eigen pad trekt leuk, en hem stimuleert dit ook meer te doen. Het is in de magische periode van verliefdheid dat deze verschillen worden gezien als twee puzzelstukjes die elkaar perfect aanvullen.
Nieuwe vaardigheden
De volgende fase in een relatie vraagt om andere vaardigheden. Als je gaat samenwonen en bijvoorbeeld kinderen krijgt, raakt je leven meer verweven. Daardoor worden de verschillen helderder. Je moet afspraken maken over geld, tijdsbesteding, omgang met de familie. En als er dan kinderen bijkomen, word je samen net een raad van bestuur dat een grote onderneming leidt. Wat ik vaak zie in de spreekkamer is dat stellen opvallend eensgezind zijn over veel dingen, zeker gezien de hoeveelheid afspraken die ze moeten maken. Feitelijk zijn het maar een paar gebieden waar deze verschillen echt tot problemen leiden. Maar die, zeg 10%, vraagt wel 80% van de aandacht.
“Vroeger vond ik het geweldig aantrekkelijk dat hij zo gepassioneerd was over zijn werk. Maar ik wilde op een gegeven moment rustiger aan gaan doen en tijd vrijmaken voor de kleinkinderen. Hij vindt zijn werk echter veel te leuk en wil veel blijven werken. Vroeger vond ik die passie aantrekkelijk, maar nu voel ik me hier alleen door.” Als de behoeften veranderen, lijkt het soms alsof je ineens van een andere planeet komt. Meestal gaat het om pijnplekken uit het verleden of je zelfbeeld. Iets dat je zelf hebt gemist of graag zou willen hebben. Iets egoïstischer zijn bijvoorbeeld. Of ook zo goed in de omgang met anderen. Je hebt meestal om deze reden voor je partner gekozen. Op deze gebieden kun je dan ook veel leren van je partner.
Als je er geen ruzie over maakt dan.
Door Lars van Kessel