Als relatietherapeut willen we mensen helpen om meer verbinding te voelen. We willen niet dat een conflict uit de hand loopt. Maar daar zit je dan als therapeut... Wetende dat als deze situatie zo doorgaat, het eindigt in brandende wrakstukken.  Of het nou een cliënt is die explodeert in boosheid, iemand die verwoestende kritiek blijft leveren op zijn of haar partner, of iemand die op vlakke toon blijft aangeven dat er 'niks aan de hand is', het is heel normaal om als therapeut weleens het gevoel te hebben vast te zitten.  
Maar wat doe je dan?  

"Juist de persoon die we willen helpen raakt bepaalde onverwerkte dingen in ons aan. (…) vroeg of laat komt er iemand door die deur heen lopen, die al onze gevoelige snaren weet te raken." - Pema Chödrön (2014)  

Als de emotie in de kamer destructief lijkt of wanneer een therapeut zich ongemakkelijk voelt, kan het logisch aanvoelen om de cliënt van de emotie weg te willen leiden. Of iemand te coachen om het zelf te leren oplossen. Technieken zoals coaching om realistischer te denken en communicatietechnieken worden dan ook regelmatig aangereikt door therapeuten. Dit komt veelal vanuit een plek van empathie en vanuit het weten dat de emotie een blokkade vormt voor een cliënt. 

Zelfregulatie- en communicatietechnieken werken minder goed dan co-regulatie mét een vertrouwde ander.

 Zelfregulatie kost een persoon echter meer energie en inspanning dan het reguleren samen met anderen (Coan & Sbarra, 2015). Dit betekent ook dat het effectiever is voor cliënten om emoties samen met de therapeut te reguleren, vooral als het gaat om de intense emoties die opkomen bij hechtingsproblematiek. Daarnaast kunnen communicatietechnieken of zelfregulatietechnieken in de vroege fases van therapie juist zorgen voor meer schaamte en hulpeloosheid, als blijkt dat het niet lukt om deze toe te passen. "Koppels die in nood en angst zitten hebben heus wel de 'vaardigheden' en middelen die nodig zijn om effectief te communiceren. Deze zijn simpelweg niet toegankelijk als koppels overstroomd worden met angst en vast komen te zitten in een negatieve cyclus." (Johnson, 2007).    

Het durven vertrouwen op boosheid, schaamte of walging. 

Als een emotie zich direct vertaalt naar agressief of schadelijk gedrag in de vorm van verbaal of fysiek geweld, moeten we als therapeuten natuurlijk grenzen stellen om de veiligheid van onze cliënten te waarborgen. Maar zelfs als emoties heftig zijn, is het essentieel om het vertrouwen te behouden in de intentie en de adaptieve natuur achter deze emotie. Sue Johnson (2007) zegt hierover: "Alle reacties zijn in de basis redelijk en adaptief als ze begrepen worden in de context waarin ze zijn ontstaan. De humanistische therapeut sluit zich aan bij waar de cliënt is en valideert zijn of haar pogingen om te overleven, in plaats van iets als een probleem te definiëren en dan de cliënt te vragen ergens anders te zijn. Dus een EFT-therapeut accepteert en werkt mét de stilte of woede van een cliënt, in plaats van te proberen om onmiddellijke alternatieven aan te dragen of de reactie te veranderen." 

"Als de cliënt je presenteert met een blokkade, dan werk je mét de blokkade" – Dr. Rebecca Jorgensen (EFT-trainer) 

Wat wij als therapeuten bewust of onbewust signaleren naar onze cliënten is belangrijk. 

Als we boosheid proberen in te dammen, signaleren we dat deze niet gewenst is en niet te begrijpen. Als we schaamte niet exploreren, omdat we de cliënt dit gevoel willen besparen, gaan we indirect mee in het verstoppen (hoewel we altijd rekening willen houden met de window of tolerance van onze cliënten). Als we een cliënt vragen of ze realistischer kunnen reflecteren op hun klagende gedrag of irritatie, missen we de kern van het hechtingsprobleem.  Als we niet mee durven gaan in de reactieve (secundaire) emotie van de cliënt, dan geven we onze cliënten ook geen ruimte om deze emoties te verwerken. Het is hierbij belangrijk om de reactieve emotie wel ruimte te geven en in kaart te brengen, maar op te passen niet te veel mee te gaan met de inhoud en de emotie niet onnodig te vergroten. 

De manier om emotie uiteindelijk te reguleren, is door ermee aanwezig te zijn en de cliënt te helpen er een samenhangend geheel van te maken, in plaats van de emotie te ontkennen of blokkeren.

We doen dit door de emotie te valideren, te ontleden en in de context te plaatsen van de hechting. Het ontleden en beter begrijpen van de emotie gebeurt middels affect assembly (Sue Johnson, 2019):

  • de trigger definiëren (wat nam je waar? Was het een specifieke blik op het gezicht van je partner?);
  • de initiële perceptie (de eerste bliksemsnelle evaluatie);
  • de somatische reactie (wat gebeurt er in je lichaam?);
  • betekenisgeving (gedachten die opkomen over jezelf of de ander);
  • en het daaruit vloeiende gedrag of motivatie (actie-tendens).  

Terwijl we de emotie assembleren is het essentieel dat we emotioneel aanwezig zijn en afgestemd op onze cliënten, om zo de emotie te co-reguleren met de cliënt.
Zodra de reactieve emotie gevoeld mag worden en begrepen kan worden met een vertrouwde ander zal deze veelal transformeren om plaats te maken voor de kwetsbare (primaire) kernemotie. Echter is het doel van de interventie niet om de reactieve emotie an sich te reguleren of veranderen. Het doel is om de reactieve emotie te valideren en uit te breiden. Je gaat met de cliënt mee, niet tegen hem of haar in.
Het verschil is subtiel, maar met grote impact.  

Praktijkvoorbeeld 

Laten we even teruggaan naar onze sessie. 

Cliënt: "Verdomme, het kan me niet meer schelen wat jij ervan vindt!" schreeuwt ze naar hem.
Therapeut: "Ik zie dat er heel veel voor je gebeurt op dit moment. Dit is heel belangrijk, ja? Kun je me helpen begrijpen wat er gebeurt voor jou?"
Cliënt: "Het is alsof hij niet naar me luistert! Alsof hij me nooit hoort! Als hij zo ineenkrimpt en wegkijkt [de trigger] krijg ik het gevoel dat hij al uitgecheckt is [betekenisgeving]. Ik wil dan naar hem schreeuwen: "Hallo! Ik ben hier!"[actie-tendens].
Therapeut: "Ah, oké!" De therapeute praat ook sneller en meer geanimeerd, om de toon van de cliënt te matchen. "Dus het is alsof hij al uitgecheckt is, alsof hij er niet meer is? En dán wil je naar hem schreeuwen: "Hallo! Ik ben hier!”. Alsof je hem wilt bereiken?"
De cliënt knikt en krijgt dan tranen in haar ogen.
Therapeut: "De boosheid gaat over: het is alsof je nooit naar me luistert. Alsof je me nooit hoort. Ja? En ik zie nu ook verdriet op je gezicht? Waar gaat dit verdriet over?"
Cliënt: "…ik sta er dan gewoon helemaal alleen voor. Hij is er niet meer." De cliënte spreekt nu heel zacht, de boosheid is gezakt om plaats te maken voor verdriet.
Therapeut: "oh…  (de stem van de therapeut verzacht ook, ze spreekt langzaam, herhaalt de woorden van de cliënt) je staat er helemaal alleen voor… als hij ineenkrimpt en wegdraait…. Dan is hij er niet meer. Dan sta je er helemaal alleen voor. Kun je me helpen begrijpen hoe dat voelt? Voel je dat nu ergens in je lichaam?"
Cliënt: "Ja. Ik voel het in m'n borst. Een leegte. [somatische sensatie] Ik voel me heel klein."
Therapeut: "Dus als hij wegkijkt [trigger] en je krijgt het gevoel dat hij al is uitgecheckt is [initiële perceptie], dan voel je je heel klein. Dan voel je een leegte in je borst." [somatische sensatie]. De therapeut legt haar hand op haar eigen borst en vervolgt met zachte stem: "Dan zeg je tegen jezelf: Hij is er niet meer, ik sta er alleen voor."
"En, is het dan bijna alsof het beter is om te schreeuwen [actie-tendens], om maar te proberen om hem te bereiken, dan om zo klein te worden? Is dat wat er gebeurt voor jou?"
Cliënt: "Ja. Ik doe alles wat ik kan om hem te bereiken, maar het werkt toch nooit."
Therapeut: "Ah, ja natuurlijk. Ik snap waarom je dan wilt schreeuwen. Je wilt hem zó graag bereiken, deze persoon die zo belangrijk voor je is, deze persoon waar je zo veel om geeft. Ik snap dat, dat is heel logisch." De therapeut brengt in haar stem warmte en begrip over en richt zich vervolgens op de andere partner.
Therapeut: "En als zij op dat moment, op die manier tegen jou praat, wat gebeurt er dan met jou?"  Vervolgens assembleert de therapeut de emotie van de andere partner en brengt het negatieve interactiepatroon verder in kaart.   

Vertrouwen op de intentie achter de emotie 

De betekenis van de emoties en handelingen van de cliënt zijn in de context geplaatst van de hechting. Ze wordt boos juíst omdat ze zoveel geeft om haar partner. Achter de boosheid zit wanhoop, omdat ze hem niet kan bereiken. Doordat we zijn meegegaan in de ervaring van de cliënt, voelt ze zich gevalideerd en krijgt ze toegang tot de onderliggende hechtingsbehoefte die nog niet vervuld wordt. Tegelijkertijd begint de cliënt haar eigen emotie ook beter te begrijpen. Ze raakt op een nieuwe manier betrokken in haar proces en ziet hoe zij haar ervaring zelf creëert. Te zijner tijd, door dit met beide partners te doen, krijgen beiden inzicht in hoe hun emoties, gedachten en handelingen bijdragen aan de negatieve cyclus waar ze in vast zitten.  

Om emoties te co-reguleren als therapeut moeten we allereerst vertrouwen dat er een goede intentie en een logische context achter de emotie zit. Pas dan kun je als therapeut vol vertrouwen meegaan in deze emotie. Door met oprechte empathie een veilige basis te zijn voor onze cliënten, kunnen zij beginnen deze emoties te verkennen, in plaats van te ontkennen of verdedigen. Dit opent vervolgens de deur naar diepere emoties die weer leiden naar een hernieuwde verbinding tussen partners. 

Hoewel het werken met reactieve emoties soms heel heftig kan aanvoelen, maakt dit ons werk misschien wel een stuk makkelijker. We hoeven alleen maar te vertrouwen op het hart van onze cliënten, zelfs als die verborgen lijkt te zijn achter een reactieve emotie. Als wij de ruimte creëren voor onze cliënten en hun emoties, dan neemt de natuurlijke innerlijke kracht het over en helen mensen zichzelf. 

Tips: 

  • Wees zacht en geduldig met jezelf als je een keer overweldigd raakt in de sessie, of je verloren voelt. We hebben als mensen en als therapeuten allemaal onze eigen gevoeligheden en triggers. 
  • Zoek steun bij intervisiegroepen of een supervisor; er zijn met name in deze tijden wereldwijd geweldige online groepen beschikbaar en EFT Nederland organiseert bijvoorbeeld ook het EFT Café.  
  • Als het explosief wordt in de sessie, wees dan niet bang om cliënten te onderbreken en benoem dat je dat doet juíst omdat wat een cliënt zegt en voelt zo belangrijk is. 
  • Als je merkt dat je vastzit, ga dan nog langzamer en begin de emotie te assembleren. Ga niet mee met de inhoud van de blokkade of de reactieve emotie, maar richt je op de onderliggende dynamiek en het proces. 

Geschreven door Anlacan Tran (psycholoog en relatietherapeut); www.anlacan.com  

 

Literatuurlijst: 

  1. Chödrön, P. & Birdwood Press. (2014). When Things Fall ApartAmsterdam University Press.

  2. Coan, J. A., & Sbarra, D. A. (2015). Social Baseline Theory: the social regulation of risk and effort. Current Opinion in Psychology, 1, 87–91.

  3. Johnson, S. M. (2019). Attachment Theory in Practice: Emotionally Focused Therapy (EFT) with Individuals, Couples, and Families (1st ed.). The Guilford Press.

  4. Johnson, S.M. The Contribution of Emotionally Focused Couples Therapy. J Contemp Psychother37, 47–52 (2007).  
Deel artikel