Hij werkte al binnen de palliatieve geneeskunde, zijn vrouw was zwanger van hun eerste, toen er bij Christiaan Rhodius een hersentumor werd geconstateerd. ‘De psycholoog vroeg mij: waar zit jij in het verwerkingsproces? Ik had niet zoveel emoties op dat moment, mijn partner juist wel. Het was voor mij revolutionair dat we ieder zo ons eigen proces doormaakten. Uiteindelijk kon ik meeliften op de emoties van mijn vrouw. Door aandacht te besteden aan de emoties, kwam ik meer in balans.’
Emotioneel analfabetisme
Het opende zijn ogen. Rhodius besloot om nog meer oog te hebben voor emoties in zijn werk. ‘We hebben nog veel emotioneel analfabetisme in onze samenleving.’
Waarom is rekening houden met hechting zo belangrijk, juist bij het afscheid nemen? ‘Ik heb een doktersblik, maar als ik hechting niet snap, kan ik ook het gedrag van mijn patiënt niet begrijpen. Als je gezondheid bedreigd wordt, heeft dat invloed op je hechtingsgedrag. Een patiënt vraagt zich bijvoorbeeld af of hij of zij nog een chemokuur zal volgen, maar die kuur staat symbool voor iets heel anders. Als arts kan ik zeggen dat het geen zin heeft. Maar op hechtingsniveau speelt er iets anders; het kind wil bijvoorbeeld zijn vader niet verliezen.’
Dochter
Hechting toont zich op vele manieren, heeft Rhodius, die in zijn leven naar eigen schatting zeker 1500 mensen naar de dood begeleidde, gemerkt. ‘Als ik aandacht besteed aan hechting, kan ik de verbinding versterken. Dan ontstaat er rust. Zo had ik laatst een gesprek over kunstmatige voeding. De dochter vond het belangrijk dat haar moeder die voeding kreeg, want ze hield van haar moeder. Toen kon ik zeggen: zeg dat tegen je moeder. Als ze ter plekke de verbondenheid voelen, kun je daarna het gesprek veel beter voeren. En dan kan ik als arts betere zorg bieden.’ Hij noemt het de palliatieve paradox: als je los moet laten, helpt het om vast te houden. ‘Het mooiste is als je dat vasthouden kunt faciliteren.’
Een artikel over hechting en de palliatieve paradox van Christiaan Rhodius vind je hier.